Wat doet de tegenstander bij mensen?
Je ‘om de tuin leiden’
Hij wil niet dat je in de zekerheid van Gods tuin blijft.
God had de aarde aan Adam en Eva gegeven om als koning en koningin te heersen over o.a. de dieren. Maar in plaats van dat ze over de slang gingen heersen tuinden ze in zijn leugen en ging hij
over hen en de aarde heersen. God had hun alles gegeven wat ze nodig hadden: perfect voedsel, een fantastisch klimaat, alles zat mee. Er waren geen problemen. En toch lukte het de slang om ze om
de tuin te leiden, zodat ze niet langer in de Hof van Eden konden blijven. Ze raakten hun geloofsoog kwijt en Adam verstopte zich voor God uit schaamte. Maar wat was het eerste wat God deed? Hij
zocht Adam op en zei: ‘Adam waar ben je?’ Wist Adam maar hoeveel God van hem hield…
Vandaag de dag doet de tegenstander dat ook bij ons. Hij probeert ons steeds van geloof te trekken naar het natuurlijke (onze gevoelens, gedachten, ons intellect, of omstandigheden) waardoor we
gaan twijfelen aan Gods goedheid en Zijn Woord. Al het oordeel kwam op Jezus neer, waardoor er nooit meer een oordeel voor ons is, geen schuld of schaamte en God ons door Jezus rechtvaardig heeft
verklaard: we kunnen recht voor God staan, ondanks onze tekorten of fouten. Nu is het aan ons om de tuin van ons hart goed te bewaken en onder alle omstandigheden tegen die raddraaier in te gaan
en ten midden van ons falen te zeggen: ‘ik ben rechtvaardig in Jezus. God houd van mij.’ En dat kost geloof. Als we falen denken we ‘wie ben ik om dat nu te zeggen’ maar als we dat geloven en
toepassen is dat de grootste eer die we aan Jezus kunnen geven waarvoor Hij de grote prijs aan het kruis betaalde.
‘Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed.’ Psalm 139:14
Hij heeft je ontzagwekkend wonderlijk mooi gemaakt. God maakt geen fouten.